gedichtjes
3 Gedichtjes die ik kreeg van mensen, ik wil ze graag delen:
Het werd avond
Zijn we uitgevochten, vroeg de man
Wij zijn uitgevochten, zei de engel, en hij tilde de man op,
Hield hem tegen het licht en zei: je bent doorzichtig nu
Laat me maar los, zei de man
En de engel knikte en liet hem los………….
(is gedicht van Toon Tellegen)
Een geest zo sterk als een beer
Een lichaam uiteindelijk toch te teer
Een wijsheid niet te evenaren
Een wilskracht haast niet te bedaren
Een vechtlust bijna niet te temmen
Alleen iets bovenmenselijks kon dit leven remmen
De Steen
Er was eens een man die op een smal pad liep en hij droeg een steen.
Zijn gang was moeilijk en niemand ontging dit.
Naast hem, zo ver hij kijken kon, liepen mensen net als hij, ieder met een eigen steen.
Er waren er die een kleine ronde steen in hun handen hadden.
Zij liepen gemakkelijk en lichtvoetig.
Er waren er die een ruwe moeilijk te hanteren steen meevoerden.
Dan in de ene, dan in de andere hand.
Af en toe stonden ze stil om uit te rusten.
Er waren er ook die een steen droegen, die voor buitenstaanders aantrekkelijk en glanzend leek.
Toch liepen ze moeizaam en gebogen op hun smalle pad en kwamen slechts zwoegend vooruit.
Voorzichtig betastte de man zijn eigen steen. Loodzwaar was hij, een te groot gewicht voor zijn zwakke schouders.
Lang had hij geprobeerd zijn last te dragen, nieuwe wegen, andere wegen te zoeken.
Met de tijd was de steen in omvang en zwaarte toegenomen.
Maar nu stond hij stil, legde zijn steen op het smalle pad en ging liggen. Doodop was hij.
Degene die hem het meest nabij waren en tijdenlang al met hem meeliepen,
zagen wat er gebeurd was, legden hun steen neer en probeerden hem te helpen.
Hij zei: "Ik ben moe, doodmoe. Ik heb het samen met jullie geprobeerd. Mijn pad gaat niet verder. Het is genoeg geweest.
Maar jullie... pak je steen weer op, hou elkaar op de been, en ga samen verder."